Een uitzendkracht in dienst nemen? Pas dan op uw tellen.
Werkt u vaak met uitzendkrachten? Let dan goed op. In de praktijk gaat het nogal eens mis met het verlengen van een contract voor bepaalde tijd.
Werkt u vaak met uitzendkrachten? Let dan goed op. In de praktijk gaat het nogal eens mis met het verlengen van een contract voor bepaalde tijd.
De meeste mensen zijn zo nu en dan wel wat wispelturig, komen terug op eerdere toezeggingen of standpunten en nemen in een opwelling beslissingen. Dat heeft meestal juridisch geen gevolgen, maar soms wel.
In de praktijk zie ik nog met grote regelmaat dat een eerste arbeidsovereenkomst schriftelijk wordt overeengekomen, maar dat de verlengingen daarna mondeling zijn. Dat kan risico’s met zich meebrengen.
Een werkgever die geen arbeidsovereenkomst wilde sluiten vanwege de zwangerschap van de sollicitante handelde onrechtmatig en was daarmee schadeplichtig.
De regering wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om mensen in vaste dienst te nemen. Minister Koolmees is daarom met een pakket aan maatregelen gekomen die dit samen bereiken. Dit is de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Het staat de regering voor ogen dat de geplande ingangsdatum 1 januari 2020 wordt.
Bent u een werkgever met werknemers in vaste dienst die uitsluitend mondelinge arbeidsovereenkomsten hebben omdat u deze nooit schriftelijk heeft vastgelegd, dan is het wenselijk om dat nu alsnog te doen. Dat kan u (een hoop) geld schelen als het wetsvoorstel voor de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) met ingang van 1 januari 2020 kracht van wet krijgt.
In de rechtspraak en in de literatuur is een discussie ontstaan of een slapend dienstverband, nu er een compensatieregeling in het vooruitzicht is gesteld, juridisch nog wel is toegestaan. De Rechtbank Limburg heeft daarom, zich buigend over een kwestie van een slapend dienstverband, prejudiciële vragen aan de Hoge raad gesteld.
De WAB is nog een wetsvoorstel, maar op dit moment moet er serieus rekening worden gehouden dat deze vanaf 1 januari 2020 wet wordt. Dat betekent voor werkgevers met oproepkrachten dat zij daarover nu al moeten gaan nadenken.
In deze uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam stond de wederindiensttredingsvoorwaarde centraal. De vraag was of de werkgever deze voorwaarde geschonden heeft door beschikbare werkzaamheden niet aan de werknemer aan te bieden, maar deze te laten verrichten door een zzp’er.
In deze casus werd een werkneemster ontslagen nog voor de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst. De werkneemster vond dat de werkgever schadeplichtig was omdat zij geen kans had gekregen haar geschiktheid te bewijzen. De rechter dacht daar anders over.