Het niet-opnemen, maar overhevelen van vakantiedagen

Home » Het niet-opnemen, maar overhevelen van vakantiedagen
vakantiedagen overhevelen

Het niet-opnemen, maar overhevelen van vakantiedagen

Een werknemer heeft recht op vakantiedagen. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen:
• wettelijke vakantiedagen;
• bovenwettelijke vakantiedagen.

De wettelijke vakantieopbouw in een jaar bedraagt viermaal de wekelijkse arbeidsduur. Bij een dienstverband van bijvoorbeeld 20 uur per week is dat 4*20 = 80 vakantie uren per jaar. Oftewel 10 vakantiedagen. Deze wettelijke vakantiedagen vervallen, als niks anders is overeengekomen, een half jaar nadat het kalenderjaar waarin deze dagen zijn opgebouwd, is verstreken. Nog niet opgenomen wettelijke vakantiedagen die een werknemer in 2016 heeft opgebouwd, vervallen daardoor op 1 juli 2017.

De bovenwettelijke vakantieopbouw is het met een werknemer overeengekomen aantal meerdere vakantiedagen bovenop de wettelijke vakantiedagen. Zou in dit voorbeeld aan een werknemer in totaliteit 15 vakantiedagen zijn toegekend, dan zijn daarvan 10 wettelijk (zie hierboven) en 5 bovenwettelijk. De bovenwettelijke dagen verjaren 5 jaar na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. En kunnen dus een langere tijd worden opgenomen.

Een werkgever wil meestal niet dat er maar vakantiedagen worden opgespaard. De dagen mogen geen stuwmeer gaan vormen. Zo ook de werkgever in de procedure bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 2 februari 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:345, inzake Werknemer X/Dairy Industry B.V.).

In de arbeidsovereenkomst van deze werknemer bij Dairy was opgenomen dat indien werknemer de hem toekomende vakantiedagen niet heeft opgenomen voor 1 januari volgende op het kalenderjaar, iedere aanspraak daarop vervalt.

De rechter deelt dat standpunt niet. Zo’n zogenaamd anti-oppot beding is niet rechtsgeldig als daarin termijnen worden genoemd die korter zijn dan de hierboven genoemde wettelijke vervaltermijn van een half jaar. Een langere periode dan dat half jaar mag wel, want dat is in het voordeel van de werknemer.

Voor wat betreft de bovenwettelijke vakantiedagen heeft het gerechtshof beslist dat tijdens de arbeidsovereenkomst wel afstand kan worden gedaan van vakantiedagen door een werknemer wanneer het gaat om bovenwettelijke vakantiedagen, maar dan alleen tegen een schadevergoeding, en niet, zoals bij Dairy Industry B.V, zonder vergoeding (juridisch: om niet).

Door de verplichting van het moeten betalen van een schadevergoeding, is dit toch een wel opmerkelijke uitspraak van het gerechtshof. Een royale werkgever die meer vakantiedagen aan een werknemer toekent dan wettelijk verplicht is, maar daarbij wel als voorwaarde stelt dat deze dagen dat jaar moeten worden opgenomen (bijvoorbeeld omdat de werknemer ook zijn nodige rust moet nemen), wordt nu “bestraft” met een schadevergoeding. Hier zou meer plaats moeten zijn voor contractsvrijheid tussen werkgever en werknemer.

Wilt u meer info neem dan contact op met onze specialisten:

mr. Henk ter Horst Juridisch Adviseur

h.t.horst@fsv.nl

mr. Marloes van Beek Juridisch Adviseur

m.v.beek@fsv.nl

Scroll naar boven